casus 2027
Echtpaar 60 jaar, twee volwassen kinderen. Eigen woning WOZ waarde van € 825.000. Duurzame investering aangebracht in de woning daarvoor € 50.000 geleend. Een 2e woning alleen voor eigen gebruik. WOZ waarde € 115.000. Kinderen maken daar ook gebruik van.
| 1. banktegoeden | vermogen 01-01-2027 | ontvangen rente | rendements- heffing 24% | waarde- belasting 0,05% | totaal | aantekeningen |
| betaalrekening | 6.000 | 0 | 0 | 3 | 3 | |
| spaarrek. | 67.000 | 1.005 | 241 | 34 | 275 | |
| deposito | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | deposito kan langer dan 1 jaaruitstaan |
| groen-sparen | 17.000 | 255 | 61 | 8 | 69 | |
| subtotaal 1 | 90.000 | 1.260 | 302 | 45 | 347 | |
| 2. beleggen | vermogen 01-01-2027 | ontvangen dividend | rendements- heffing 24% | waarde- belasting 0,15% | totaal | aantekeningen |
| effectenrekening | 60.000 | 3.300 | 792 | 90 | 882 | |
| beleggingrekening | 10.000 | 0 | 0 | 15 | 15 | dividend wordt bijgeschreven |
| aandeel in familiefonds | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| subtotaal 2 | 70.000 | 3.300 | 792 | 105 | 897 | |
| 3. onroerendgoed | vermogen 01-01-2027 | waarde- gecorr. belasting | waarde- belasting 0,10% | totaal | aantekeningen | |
| eigen woning | 825.000 | 325.000 | 325 | 325 | vrij 500.000. lening hierop verrekend | |
| 2e woning | 115.000 | 115.000 | 115 | 115 | ||
| subtotaal 3 | 940.000 | 440.000 | 440 | 440 | ||
| totaal | vermogen 01-01-2027 | gecorr. vermogen | ontvangen rendement | rendements- heffing 24% | waarde- belasting | totaal box 3 belasting |
| totaal | 1.100.000 | 600.000 | 4.560 | 1.094 | 590 | 1.684 |
| dividendbel. | 495 | |||||
| te betalen | 1.189 | |||||
| in % | 2,85% | 0,68% | 0,10% | 1,05% | ||
Toelichting:
• Box 3 wordt onwerkbaar als alle elementen die bij een belasting over vermogen zich voor kunnen doen, die in een heffingssysteem te willen onderbrengen. Als het in één theoretisch model zou lukken, zal het zeer hoge kosten met zich meebrengen om een dergelijk systeem te controleren, beheersbaar te houden en te onderhouden. Het is zeker niet nodig om hiertoe over te gaan.
• In het hierboven uitgewerkte box 3 systeem wordt alleen over de banktegoeden en het effectenbezit een rendementsheffing toegepast. Tegen een vast belastingpercentage, bijna een kwart van de opbrengsten.
• De waardebelasting is een bijkomende factor die relatief gezien met lage percentages de vermogens belast. Zie ook de uitspraken van de Hoge Raad van 24 december 2021 en van 6 juni 2024. Belasting heffen moet nu eenmaal, maar wel op een redelijke en verantwoorde wijze.
• Wat moet worden gecorrigeerd zijn de heffingsvrijstellingen (heffingsvrijvermogen), ook op de groene beleggingen. In principe moet voorkomen worden vrijstellingen in belastingregelingen op te nemen. De taak van de Belastingdienst is belasting heffen op een manier wat voor de burger overzichtelijk en duidelijk is.
• Een ander belangrijk onderdeel is de scheiding te maken tussen zakelijk handelen en niet actief en weinig risicovol beleggen. In box 1 horen de zakelijke beleggers thuis als ondernemer van hun beleggingszaak. Dan vallen de winsten en verliezen op de plaatsen waar ze thuis horen. Box 3 is daar niet voor ingericht, wel voor het belasten van ontvangen rendementen op (zichtbare) vermogens en een waardebelasting voor met name genoemde vermogens.
• Dit geldt ook voor particulieren die onder het noemer van verzamelen veel transacties doen bij bijvoorbeeld klassieke auto’s, antieke voorwerpen, kunstvoorwerpen en dergelijke. Dit kan verder worden uitgebreid zoals bijvoorbeeld voorwerpen als bruikleen aan musea uitlenen onder de huidige fiscale regimes. Dit vraagt om een herschikking en herijking om zaken in box 1 belastingtechnisch goed af te wikkelen. De vele uitzonderingen maken een belastingsysteem onwerkbaar en uit eindelijk door weinigen meer te volgen.
• Zijn zaken zeer beperkt dan valt de fiscale afwikkeling (verhuur van een enkel pand bijvoorbeeld) ook in box 1 onder ‘inkomen uit overig werk’.
• Voor verhuur van onroerend goed geldt dezelfde gedragslijn, onderneming of inkomen uit overig werk in box 1.
• Dit hoeft niet uitgesteld te worden, maar kan al vrij snel zijn beslag krijgen. Belastingadviseurs kunnen hun relaties daarbij ondersteunen en voorlichten. Zo ook via banken en andere financiële instellingen.
• In de vijftiger jaren en daarna werd al zodanig gehandeld. Belasting heffen vraagt vooral een goede visie, lange termijn denken en handelen. De verantwoordelijkheid is voor bewindslieden dan ook groot. Mits er niet steeds een element uit een systeem wordt gelicht en dan wordt aangenomen daarmee de angel uit een probleem te hebben gehaald.
• Stap voor stap doelgericht handelen, maar wel voldoen aan de eisen: evenwichtig, redelijk en doelmatig belastingheffen.