uitwerking

Voor een evenwichtig systeem van de belasting toegevoegde waarde (btw) is het dringend nodig te beschikken over drie tarieven, naast het 0% tarief en de btw-vrijstelling.

In deze notitie zijn de volgende tarieven voor de btw beoordeeld en in overeenstemming daarmee aangehouden:

• een laag tarief: 7%;

• een tussentarief: 13%;

• een hoog tarief: 22%.

Het 0% tarief wordt voornamelijk toegepast als er zaken gedaan worden met het buitenland.

De btw-vrijstelling geldt overwegend voor overheden (Rijk, provincie, gemeente en waterschap).

De overheidstaken, waaronder de zorg, het onderwijs, de brandweer, en politie, vallen onder de vrijstelling van de btw.

Het huidig tarief van 9% en 21% komt na herijking van de btw-heffingen te vervallen.

In deze notitie worden de wijzigingen in het btw-systeem nader beoordeeld en toegelicht.

Enkele facetten in de omzetbelasting (btw) vragen om een specifieke aandacht en eventuele aanpassing die door hun uitzonderingspositie een separate uitwerking nodig hebben.

• De reisbureauregeling. Advies: deze regeling specifiek van toepassing te verklaren voor (erkende) reisbureaus.

• De levering van (zee)schepen en vliegtuigen vallen onder het 0% tarief. De betaalde btw kan worden teruggevraagd. Feitelijk zijn reders en vliegmaatschappijen het eindstation voor de btw. De mogelijkheid van teruggaaf van de betaalde btw moet uitvoeriger worden bezien. Het 0% tarief voor deze groep zal dan evenwichtiger worden beoordeeld. Zoals bij zeeschepen specifiek ingericht voor cruises.

• De bevoorrading van (zee)schepen en vliegtuigen vallen nu onder het 0% btw-tarief. De betreffende maatschappijen zijn het eindstation in de keten (horeca, voedsel, dranken, producten voor de verkoop). Bij de bevoorrading kan een btw-heffing plaats vinden. De taxfree regeling is reeds aangepast op de luchthavens.

• De goederen levering en diensten aan het buitenland (binnen en buiten de EU) wordt niet eenduidig toegepast. Aanpassing en duidelijke voorlichting is daarbij dringend nodig.

• De hiervoor benoemde zaken worden in deze notitie niet meegenomen. Er wordt in de verdere uitwerking geen tabel opgenomen voor die organisaties en bedrijven die thans onder het 0% btw-tarief vallen. Het vraagt wel om een specifieke aandacht bij het ministerie van Financiën en de regelgeving hierover in Europees verband.

De heroriëntatie van de btw-tariefopbouw (van 9 en 21% naar 7, 13 en 22%) en de herijking voor de plaats van de goederen en diensten vraagt om een evenwichtige, reële (redelijke) en doelmatige aanpak. Dit criterium is eveneens van toepassing voor de uiteindelijke opbrengst van de btw.

Daarbij zal de btw-belastingheffing in het totale belastingsysteem en bij de beleving hiervan bij ondernemers en burgers de juiste afweging moeten krijgen.

Een goede communicatie en toegankelijk voorlichtingsmateriaal zal daarbij een belangrijk instrument zijn.