probleemstelling
Bij een tariefstelling van een laag- en hoogtarief ontbreekt de mogelijkheid om voor de verschillende goederen en diensten meer evenwicht in de belastingheffing te kunnen toepassen.
Het laagtarief wordt in nagenoeg alle EU-landen gebruikt voor de btw-heffing op de eerste levensbehoeften en noodzakelijke huisraadbenodigdheden. Het laagtarief varieert in de EU van 5% of lager tot de vaak toegepaste 6 á 7%.
Een tussentarief is in veruit de meeste EU-landen een noodzaak gebleken. De belangrijkste reden in deze EU-landen is dat een dienst of goed feitelijk niet belast kan worden tegen een hoogtarief, maar ook niet thuis hoort in het laagtarief.
Dit is in Nederland al vaker aan de orde geweest. Een voorbeeld is het tarief wat een kapper en fietsenmaker voor reparaties kan hanteren. Het tarief van 21% wordt dan niet als redelijk en doelmatig gezien.
Het laagtarief is in 2019 van 6% naar 9% gegaan. Het 9% tarief valt binnen de EU-landen niet onder een laagtarief.
Voorbeeld: de aankoop van een gewone balpen valt onder het hoogtarief (21%). Een luxe vulpen ook. De balpen hoort tot de huisraad van ieder huishouden. Een vulpen van bijvoorbeeld van € 150 niet.
• Het is van belang op een tussentarief te kunnen terugvallen. Met daarnaast een laagtarief en een hoogtarief.
• Na een heroriëntatie kan dan de juiste btw-heffing voor een product of dienst worden vastgesteld.
• De overheid (de Belastingdienst) kan hiervoor zorg dragen zodat er een evenwichtig, redelijk en doelmatig geheel in de btw-heffingen wordt vastgesteld.
• Daarbij wordt ook nauwkeurig bezien en vastgesteld of de btw-tarieven voor organisaties, ondernemers en consumenten na de heroriëntatie en herijking een evenwichtig geheel vormen.
Met name is het van belang dat het totaalbeeld zich aanvaardbaar verhoudt tot het Europees btw-beleid. Bij het doorlichten van de btw-heffingen moet het totale pakket niet leiden tot een onevenwichtigheid in de belastingbaten bij het ministerie van Financiën.
De heroriëntatie gaat verder dan alleen de verschuiving in de btw-tarieven. Bij de producten en diensten wordt met name de belasting qua belastbaarheid beoordeeld.