Ga naar hoofdinhoud

agentschappen

Voor de administratie en het beheer van de basisdekking van de Zorgverzekeringswet (Zvw) worden 8 zorgadministratiebureaus (zab’s) opgericht. Met de status van agentschap (Rijksdienst).

  • 1e sectie: voor de eerstelijnszorg (huisartspraktijken) een volledige administratie (dubbelboekhouden). Daarnaast de salarisadministratie in eigen beheer of uitbesteed. Alle beheerstaken en ondersteuning bij managementzaken en organisatievraagstukken op het gebied van administratie en personeel voor de huisartspraktijken.
  • 2e sectie: voor de tweedelijnszorg (ziekenhuizen) wordt de registratie van het cijfermateriaal afgeleid van de administratie van de ziekenhuizen. Een administratie met kostenplaatsen en kostendragers is daarbij het uitgangspunt. De ziekenhuisbesturen zijn verantwoordelijk voor de juistheid van alle aangeleverde gegevens. Daarbij behoren ook de honoraria en kosten van de vrij gevestigde medische specialisten.
  • 3e sectie: het verwerken van de ingediende declaraties van paramedische beroepen, onder andere fysiotherapie, wijkverpleging/thuiszorg, tandartsenhulp voor zover deze onder de basisdekking van de Zorgverzekeringswet valt, en van apothekers.
  • In een later stadium wordt de GGZ en Jeugdzorg in een aparte sectie toegevoegd.
  • De administratie van de 8 zorgkantoren, zelfstandige bestuursorganen (zbo’s), voor de uitvoering van de Wet Langdurige zorg wordt in de 7e sectie ondergebracht.
  • De administratie voor de 8 zorgfondsen wordt verwerkt in de 8e sectie.
  • De administratie van de 9 zorgadministratiebureaus (zab’s) worden in de 9e sectie vastgelegd.
  • Het uitgangspunt bij de dienstverlening is dat de uitvoering van taken door de zorgadministratiebureaus dezelfde kwaliteit leveren tegen lagere kosten.

De zorgadministratiebureaus functioneren als agentschap binnen het ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

  • Een agentschap is een organisatie die zelfstandig werkt voor de minister.
  • Het is een Rijksdienst, waar de medewerkers de ambtelijke status hebben.
  • Een voorbeeld van een agentschap is het RIVM.
  • Het personeel van het agentschap valt onder het personeel voor rijksambtenaren.

Er zijn drie partijen die afspraken maken. Dat gebeurt vooraf over de kosten, de hoogte van de zorgkosten en de budgetten (begrotingen). Organisatorisch zijn er drie partijen die samen werken voor het beoogde doel:

  • de opdrachtgever: Zorgfonds (Nederland)
  • de opdrachtnemer: het agentschap zorgadministratiebureau (zab)
  • de eigenaar: de secretaris-generaal (of de plaatsvervangend secretaris-generaal) van het ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

De taak van de eigenaar – mogelijk gedelegeerd aan De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) – houdt toezicht op het gevoerde beleid van het agentschap.

  • De drie partijen (de participanten: Zorgfonds Nederland, zorgadministratiebureaus, secretaris-generaal van het ministerie VWS ) dienen structureel overleg te voeren over de stand van zaken.
  • De basis daarvoor moet op gelijkwaardige wijze tussen hen plaats kunnen vinden. De belangen zijn groot.
  • Door goede afspraakmodellen te maken kan direct worden gemeld als er sprake is van afwijkende resultaten. Daar sturing aan geven kan veel voorkomen. Het resultaat telt, maar moet collectief gedragen kunnen worden.

Voor de start moet aantoonbaar gemaakt worden:

  • dat de kwaliteit minimaal dezelfde blijft;
  • de uitgaven waar nodig beter beheersbaar worden;
  • op termijn de uitgaven binnen de begrotingsnormen kunnen blijven.

De uitvoeringskosten van de 8 zorgverzekeraars (overlopend in de 8 zorgfondsen) verschuiven.

  • De personeelskosten verschuiven gedeeltelijk onder andere naar de agentschappen zorgadministratiebureaus (Zab).
  • De praktijkkosten van de eerstelijnszorg, inzichtelijk gemaakt in de periodieke boekhoudresultaten, zullen al direct aangeven waar knelpunten zitten.
  • Directe bijstelling is mogelijk. Ook in het geval van onvoorziene uitgaven die kostenverhogend zijn.
  • Het ministerie van Volksgezondheid,, Welzijn en Sport (VWS) kan met vertrouwen rekenen op de acht agentschappen, die diensten leveren waarmee gewerkt en gestuurd kan worden.

Het agentschap heeft ook kosten met een eigen overhead. Deze kosten wegen niet op tegen de besparingen en voordelen van de wijzigingen in de administratieve organisatie.

  • Er kan rendabel en efficiënt gewerkt worden.
  • De uitgaven worden overzichtelijk en verantwoord overlegd.
  • Met de inzet van de agentschappen wordt aan het doel beantwoord.
  • Voor de te maken administratie- en beheerskosten worden in eerste instantie de aangesloten huisartspraktijken, de ziekenhuizen en de paramedische beroepen belast.
  • Vooraf wordt er begroot hoeveel de totale kosten voor de zorgadministratiebureaus zullen zijn en hoe groot het aandeel voor elke deelnemer zal worden.

Een centraal punt voor de 8 zorgadministratiebureaus zijn de 8 zorgfondsen.

  • Als sturingseenheid is bij het zorgfonds een stafafdeling ingesteld.
  • In de beginfase zal door de stafafdeling van de 8 zorgfondsen gezamenlijk een algemeen rekeningschema met indicaties voor kostenplaatsen en kostendragers ontwikkeld gaan worden. Daarna zorgen de stafafdelingen dat de bestanden actueel worden gehouden.
  • Het doel is om uniforme afspraken voor de zorgadministratiebureaus te formuleren en uit te dragen.
  • Met name om te voorkomen dat er verschillende uitvoeringen in de administraties gaan ontstaan.
  • Waardoor vergelijking en rapportering niet efficiënt kunnen verlopen.
  • Voor elke stafafdeling van de zorgfondsen is een secretariaat toegevoegd.
  • De stafafdeling heeft ook een interne controle groep die informatief en controlerend zullen opereren. Voor de beoogde functiescheiding wordt hiermee voldaan.
  • Ook is er een ICT sectie verbonden aan de staf van het zorgfonds.
  • De ICT sectie zorgt de ontwikkeling en het support.
  • Indien een zorgfonds niet over een eigen ICT sectie beschikt zal in overleg met de directies van collega zorgfondsen naar een invulling worden gezocht.
  • Periodiek vindt overleg plaats met de hoofden van de zorgadministratiebureaus (zab’s).
  • Het ambtelijk contact over het uitvoerend beleid van de agentschappen vindt plaats met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), met het Zorginstituut Nederland (ZINL) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

Vooraf zal aan het ministerie van Financiën een gedegen plan van aanpak en dekking moeten worden overlegd, zodat aan de status van een agentschap kan worden voldaan.

  • De aanvraag voor de status agentschap wordt door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) bij het Ministerie van Financiën ingediend.
  • Het Ministerie van Financiën neemt de aanvraag in behandeling en beoordeelt of deze voldoet aan de voorwaarden genoemd in de Regeling agentschappen.

Desgewenst kan bij de Rijksacademie cursussen voor het administratief werk worden gevolgd.

  • Bedoeld onder andere voor de voor de medewerkers van de zorgadministratiebureaus (Zab’s).
  • Deze cursus is geheel gericht op het voeren van een dubbele boekhouding met baten en lasten.
  • Daardoor is het mogelijk dat de zorgadministratiebureaus (Zab’s) een bedrijfsboekhouding kunnen leveren, waarna de cijfers aan de partijen periodiek kunnen worden gepresenteerd.