Ga naar hoofdinhoud

hypotheekrenteaftrek

tabel 6

Inkomensgroep< 70.000< 70.00070.000 – 110.00070.000 - 110.000
Hypotheek renteaftrek5.0005.0005.0005.000
Maximale aftrek5.0005.0005.0005.000
jaar1 en 23 t/m 71 en 23 t/m 7
Aantal jaren2525
Tegemoetkoming50%30%40%24%
Bedrag2.5001.5002.0001.200
Bedrag te ontvangen per jaar2.5001.5002.0001.200
Bedrag per maand208125167100
Totalen overgangsregeling
1e en 2e jaar2 x 2.5005.0002 x 2.0004.000
3e t/m 7e jaar5 x 1.5007.5005 x 1.2006.000
Totaal netto12.50010.000

Bij verkoop van de eigen woning in de gekozen periode stopt de overgangsregeling hypotheekrenteaftrek in dat jaar. De rente van een nieuw aanvullende lening of hypotheek in de periode van de overgangsregeling wordt niet in deze regeling meegenomen. De rente die betaald is voor een familielening vóór de periode van de overgangsregeling komt eveneens voor de overgangsregeling in aanmerking voor een tegemoetkoming. De Belastingdienst kan desgevraagd voor een voorlopige betaling per maand zorgen.

In het voorstel van de vlaktaks wordt de eigen woning van box 1 naar box 3 overgezet. In principe gaan alle woningen die in het box 1 bestand zijn opgenomen naar box 3 tegen de WOZ waarde. Er wordt geen onderscheid gemaakt in het box 3 bestand van de woningen voor de verschillende inkomensgroepen. De hypotheek- en leningschuld voor de woning wordt in mindering gebracht op de WOZ waarde. De WOZ waarde min de eigen woning schuld is de waarde voor box 3. Het vermogensrendement voor de eigen woning bedraagt 0,00%. Wordt de woning verhuurd in een bepaalde periode dan wordt de huuropbrengst min de kosten verantwoord in box 1 als ‘resultaat uit overige werkzaamheden’.

De eigenwoningreserve en andere regelingen in box 1 voor de eigen woning hebben na de overzetting naar box 3 geen functionele waarde meer.