eigen woning
tabel 5
Huidige regeling (2023 en eerder) | Toepassing | Verandering door vlaktaksbelastingheffing. |
---|---|---|
Eigen woning forfait | WOZ waarde maal een percentage bepaalt het bedrag voor het forfait. | De bijtelling van het eigen woning forfait vervalt bij de invoering van de vlaktaks. |
Aftrekbare kosten eigen woning | Rente van de hypotheek en lening voor de eigen woning is fiscaal aftrekbaar. Ook de afsluitkosten voor de hypotheek. Kosten van erfpacht en dergelijke zijn eveneens aftrekbaar. | Door de invoering van de vlaktaks komen de aftrekbare kosten eigen woning te vervallen. |
Eigen woning en inkomen | De eigen woning is toegevoegd bij het onderdeel ‘inkomen’ van box 1, mede door het behouden van het eigen woning forfait en de hypotheekrente aftrek. | Door de vlaktaks gaat de eigen woning naar de vermogens rendements heffing van box 3. Vanwege de regeringsmaatregelen wordt bij hogere inkomens de hypotheekrenteaftrek tegen het lagere huidige belastingtarief verrekend. In het voorstel vlaktaks is een overgangsregeling voor de hypotheekrente aftrek opgenomen. In de onderstaande toelichting wordt dit nader uitgewerkt. Zie ook tabel 6 voor detailinformatie |
De overgangsregeling voor de hypotheekrenteaftrek is bedoeld om inkomensgroepen door het wegvallen van de hypotheekrenteaftrek tegemoet te komen. Er wordt uitgegaan van de in het jaar voorafgaand aan de inwerking treding van de vlaktaks de fiscaal toegestane renteaftrek hypotheek en lening waaronder een eventuele familielening als basis te nemen voor de overgangsregeling. Exclusief bijkomende kosten zoals afsluitkosten en dergelijke. Het eigenwoningforfait wordt niet meegenomen. De eigen woning maakt dan onderdeel uit van box 3.
In dit voorstel zijn 2 inkomensgroepen die daarvoor in aanmerking komen. In de eerste groep zijn dat de bruto inkomens tot € 70.000. In de tweede groep zitten de bruto inkomens van € 70.000 tot € 110.000. Een derde groep met een inkomen boven € 110.000 hebben meer marge door de vlaktaks toepassing waardoor deze groep niet in de overgangsregeling hoeft te worden opgenomen. Onder inkomen wordt verstaan het bruto inkomen inclusief het inkomen van de fiscale partner. Het inkomen van een IB ondernemer is de netto winst voordat de 12% MKB winstvrijstelling is toegepast. De maximale hypotheekrenteaftrek voor deze overgangsregeling bedraagt op jaarbasis € 5.000. De overgangsregeling duurt 7 jaar. Voor de eerste inkomensgroep wordt in het 1e en 2e jaar 50% gecompenseerd en in het 3e tot en met het 7e jaar 30%. Voor de tweede inkomensgroep worden in het 1e en 2e jaar 40% gecompenseerd en in het 3e tot en met het 7e jaar 25%.