Ga naar hoofdinhoud

financiële gevolgen

  1. Aftrekbaarheid van ingehouden pensioenpremies werknemers vervalt. De werkgevers berekenen aan werknemers 70% van 15% van de pensioeninhouding door. Het netto verschil voor de werknemer is circa 7% van het oorspronkelijke inhoudingsbedrag.
  2. Hypotheekrenteaftrek vervalt. Zie het alternatief van een overgangsregeling van 7 jaar, gemiddeld per jaar.
  3. Bij de invoering vlaktaks valt de huidige regeling ‘eigen woning forfait en hypotheekaftrek’ vrij.
  4. De eigen bijdrage van de kinderopvang vervalt. Gelijktijdig de kinderopvangtoeslag.
  5. De uitvoeringskosten (personeel, locatie e.d.) bij de Sociale Verzekeringsbank nemen toe. Bij de Belastingdienst toeslag nemen deels de uitvoeringskosten af.
  6. Door de uniforme toepassing van de vlaktaks wordt de belastingdruk voor de uitkeringen (werkloosheid, arbeidsongeschiktheid) verminderd tot het inkomen van € 80,000. Met name bij de lagere inkomensgroepen is deze correctie ook een verantwoord geheel, gelet op het lagere bedrag aan besteedbaar inkomen.
  7. De hogere opbrengsten aan vlaktaks zijn met name nodig voor de premies Zvw en de inkomensafhankelijke premie Zvw bij AOW-ers en IB ondernemers.
Volgr.20262027202820292030203120322033 e.v.
1+ 2,2+ 2,2+ 2,2+ 2,2+ 2,2+ 2,2+ 2,2+ 2,2
2- 5,0- 5,0- 5,0- 5,0- 5,0- 5,0- 5,0
3+ 7,0+ 7,0+ 7,0+ 7,0+ 7,0+ 7,0+ 7,0+ 7,0
4- 1,5- 1,5- 1,5- 1,5- 1,5- 1,5- 1,5- 1,5
5- 0,2- 0,2- 0,2- 0,2- 0,2- 0,2- 0,2- 0,2
6.- 2,5- 2,5- 2,5- 2,5- 2,5- 2,5- 2,5- 2,5
totaal0,00,00,00,00,00,00,0+ 5,0

Toelichting: de getallen zijn miljarden. Gedurende 7 jaar geldt de overbruggingsregeling voor de hypotheekrenteaftrek, die gemiddeld over die periode per jaar is geraamd op 5 miljard. Daarmee samen vervalt de eigen woning regeling in box 1. De periode 2026 tot en met 2032 (7 jaar, gelijk aan de overbruggingsperiode hypotheekrenteaftrek). Na de 7 jaar overbruggingsregeling van de hypotheekrenteaftrek wordt vanaf het 8e jaar (2033 en verder) 5 miljard per jaar een overschot gerealiseerd.

Bij de belastingplichtigen is er al een tendens gaande in de huidige belastingregeling dat de algemene heffingskortingen bij de fiscale partner stopt met ingang van 2023. De trend van de ophoging van de arbeidskorting zal naar alle waarschijnlijkheid weer omgebogen gaan worden, mede door het feit dat de reden van een arbeidskorting meer het karakter heeft gekregen van fiscale tegemoetkomingen. Van vele huidige fiscale aftrekposten is het verlaagd tarief van 36,93% van toepassing voor de burgers die ook in het hogere tarief van 49,50% inkomstenbelasting betalen. De vereenvoudiging en transparantie van de inkomstenbelasting box 1, met name ook de zorgpremies, inkomensafhankelijke zorgpremies voor de gepensioneerden en IB ondernemers zal voor velen ongeacht de hoogte van het inkomen een welkome verandering zijn en als een vooruitgang gezien worden. Voor een aantal burgers zullen de twee ‘vangnetten’ leeftoelage en woontoelage een veel directere toegang geven voor zaken die nodig zijn als aanvulling op hun besteedbaar inkomen. Dit draagt er aan bij dat het draagvlak bij de lagere inkomens op een redelijk niveau kan komen.