Ga naar hoofdinhoud

onderneming

Het tarief van de erfbelasting voor de onderneming bedraagt 13%.

Bij overlijden van een eigenaar die ook een eigen IB onderneming had wordt voor de erfbelasting vastgesteld hoeveel stille reserves er in de onderneming aanwezig zijn.

  • Een stille reserve is het verschil tussen de werkelijke economische marktwaarde en de waarde die voor dat object op de balans (boekwaarde) staat. De waarde voor de erfbelasting wordt gebaseerd op de WOZ waarde van het pand.
  • Dat kan een pand zijn, apparatuur, machines en dergelijke vaste activa.
  • Een stille reserve kan ook in de voorraad zitten.
  • Afhankelijk van het bedrijf kan er een bepaalde goodwill waarde aanwezig zijn.
  • Ook kunnen stille reserves aanwezig zijn in fiscaal gevormde reserves, die mogelijk vrij gaan vallen.

Voorbeeldberekening van een bedrag aan stille reserves in een onderneming:

  • waarde van het bedrijfspand tegen de WOZ waarde bedraagt: € 840.000 af: de waarde op de balans op de overlijdensdatum (boekwaarde) € 610.000
  • de stille reserve in het pand is € 230.000. er is een reserve voor dubieuze debiteuren die vrijvalt van € 10.000
  • totale aanwezige stille reserves in de onderneming bedraagt € 240.000.
  • De erfbelasting voor deze onderneming bedraagt 13% over € 240.000 is € 31.200.

De erfbelasting is verschuldigd als de onderneming wordt verkocht aan derden of als het bedrijf wordt voortgezet door een erfgenaam. Er worden geen verplichtingen aan de overname opgelegd.

  • De vrijstellingsregeling voor een eigen onderneming bij voortzetting in het kader van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) komt daardoor te vervallen.
  • Als het bedrijf wordt gestaakt is er sprake van een stakingswinst binnen de inkomstenbelasting.
  • Bij voortzetting van het bedrijf zal de notaris de registratie van het onroerend goed gaan verwerken. Daarbij kan via de afrekening van de notaris de erfbelasting worden vereffend. Een eventuele overnamesom wordt in de waarde van de boedel (roerende zaken) opgenomen.

Bij een besloten vennootschap (BV) is de situatie anders. Een BV is een rechtspersoon. De aandeelhouders zijn de eigenaar van de vennootschap. Bij overlijden van een aandeelhouder zijn er diverse situaties mogelijk.

  • De overleden persoon is alleen aandeelhouder., directeur grootaandeelhouder (DGA). Of er zijn meerdere aandeelhouders.

  • In de statuten van de BV wordt de situatie bij overlijden van de DGA aandeelhouder beschreven. Dat wordt al bij de oprichting van de BV door de notaris in de statuten vermeld. Zoals het benoemen van een bewindvoerder die de afwikkeling van de BV op zich zal nemen. Inschakeling van deskundigen is nodig.

  • In het testament (van de DGA) moet beschreven staan wat de situatie wordt na overlijden.Wie de erfenis afwikkelt wat de opdrachten en taken zijn bij overlijden.

  • Bij de inkomstenbelasting in box 2 wordt de aanmerkelijk belang winst belast.

  • Bij een BV is er ook bij de erfbelasting geen bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) van toepassing. Dat betekent dat er geen verplichtingen aan nieuwe aandeelhouders kunnen worden opgelegd die verband houden met de BOR.

  • Over de waardering van de aandelen min de verkrijgingswaarde moet erfbelasting betaald worden. Tegen het vaste tarief van 13%.

  • In een BV kan er een lijfrenteverplichting voor de DGA staan. Als deze vrij valt stijgt de waardering van de aandelen.

  • Als er een nabestaande lijfrenteregeling is dan kunnen de aandelen minder waard gaan worden. Er is dan minder erfbelasting verschuldigd. In die situatie kan de lijfrenteverplichting worden herberekend en afgestort worden bij een verzekeringsmaatschappij of bank. Anders blijft de lijfrenteverplichting bij de BV rusten.