Ga naar hoofdinhoud

uitwerking voorstel

In het geval dat een eigen woning nog voor het overlijden is verkocht wordt de waarde van de boedel (roerende goederen) met de opbrengst van de woning verhoogd. Bij het voorstel voor een hervorming van de erfbelasting is de waarde van de boedel bepalend. Er is geen relatie naar de verkrijgers in dit geval wel of geen legatarissen.

  • Een pensioenrekening en een lijfrenterekening bij een verzekeringsmaatschappij ondergebracht of bij een bankinstelling op een geblokkeerde bankrekening wordt niet tot de waarde van de boedel bij overlijden gerekend. De rekening moet wel bedoeld zijn voor een periodieke uitkering vanaf de AOW leeftijd. Na het overlijden van de pensioengerechtigde kan er een periodieke uitkering volgen voor een nabestaande. Over de uitkering wordt de loonheffing (IB box 1) in mindering gebracht. Op de erfbelasting aangifte moet wel over deze gegevens informatie worden verstrekt.

  • Bij een uitkering ineens waaronder ook de risico overlijdensverzekering moet het uitkeringsbedrag in de waarde van de boedel worden opgenomen.

  • In het ontwerp voor een herziening van de erfbelasting en schenkbelasting worden geen persoonlijke vrijstellingen opgenomen.

  • Voor ANBI instellingen zijn er eveneens geen vrijstellingen mogelijk.

Aanvullende zaken bij de heroverweging van de erf- en schenkbelasting.

  • De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 24-12-2021 duidelijk de plaats van het belasten van vermogens aangeduid. De zaak ging over de inkomstenbelasting vermogensrendementsheffing in box 3. Dat stelsel was strijdig met het recht van vermogen. En ook met het gelijkheidsbeginsel van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de daarbij horende vrijheden. Dit belangrijke arrest moet onder andere ook bij de erfbelasting en de schenkbelasting in het beleid leidend zijn.

  • Daarnaast zijn de gezinssituaties en de keuzes van mensen hierin eveneens sterk gewijzigd. Voor de erfbelasting en de schenkbelasting zal de overheid de maatschappelijke veranderingen in dit beleidskader moeten heroverwegen.

  • Het aandeel in de erfbelastingbelastingopbrengsten is relatief gezien gering. De erfbelasting houdt de gemoederen wel bezig. Een veel gehoorde opmerking is dat er al belasting over betaald is. Die geluiden komen ook uit de politiek. Dat is voor bepaalde vermogenstoenames het geval, maar niet voor alles. Bijvoorbeeld de overwinst die gemaakt wordt bij de verkoop van de eigen woning; de transactiewinst bij effecten; de bij de verhandelingen van kunst, klassieke auto’s behaalde batig saldo; een ontvangen erfdeel uit een boedel. De bepaling van de waarde van de boedel is het moment van overlijden.

  • Door de overheid wordt het begrip vermogen niet eenduidig gehanteerd. Mensen met een bankrekening hebben een financieel bezit. En ook een zichtbaar bezit. Weer anderen beheren en investeren in kostbare kunst en hebben een onzichtbaar financieel bezit. Vaak wordt vermogen zoals bijvoorbeeld de eigen bijdrage voor een zorgverpleging alleen op de zogenaamde zichtbare vermogens vastgesteld. Dat geeft onduidelijkheid en schept een onevenwichtig beleid voor de burgers. Bij de erfbelasting worden alle vermogensbestanddelen in beeld gebracht.

  • Bij grote vermogens wordt gezocht naar mogelijkheden om het vermogen in stand te houden. Bijvoorbeeld door de kapitalen in stichtingen en familiefondsen onder te brengen. Bij de erfbelasting en de schenkbelasting moet er voor worden gezorgd dat de belastingopbrengsten in alle redelijkheid en billijkheid wordt opgelegd. In de uitvoering moet dan meer samenhang komen.

  • In het voorstel is een optie ingebouwd om bij de te betalen erf- en schenkbelasting aan te geven voor welk algemeen doel deze belastingopbrengst een bestemming kan krijgen. Bijvoorbeeld voor de zorg voor ouderen; maar ook voor de jeugdzorg; voor onderwijsvernieuwing; voor financiering van extra leerkrachten bij leerachterstanden; extra stimulering van de woningbouw voor woningzoekenden, vaak jonge mensen; of voor projecten in de kunstsector. Met een code aanduiding kan de persoonlijke wens duidelijk worden aangegeven. Men betaalt niet minder belasting, maar wel doelgericht voor een goede verantwoorde algemene bestemming.